Pfeil Back to Peter Lehmann Publishing

published in: Deviant (Amsterdam), June 1996, No. 9, p. 34 / Deutsche Übersetzung

Peter Lehmann (Berlijn)

Een merkwaardige quattroloog

Cliënten, familieleden, psychiaters en industrie rond de tafel

Betrokken ouders, cliënten, psychiaters en psychofarmaceutische industrie: hadden zij elkaar al ooit ontmoet in een Internationaal groepsforum ter ondersteuning van patiënten? In de zomer van 1995 had de uitnodiging van de Zeneca BV ook het Bundesverband der Psychiatrie-Erfahrenen bereikt. Twee bestuursleden gaven te kennen de uitnodiging aan te willen nemen, per slot van rekening werden vliegreis en verblijfkosten vergoed.

Op 27 oktober 1995 waren in het Weense Hotel Imperial naast ons beiden ongeveer 15 functionarissen van ouderorganisaties ('familieleden') uit Canada, Engeland, Italië, Duitsland, Frankrijk en de VS, een psychiater en verschillende medewerk(st)ers van de firma Zeneca BV. Deze wil de komende jaren een nieuw atypisch neurolepticum op de markt brengen (waarschijnlijk à la Leponex, Roxian of Risperdal). Ter voorbereiding hiervan had zij de Engelse psychiater Julian Leff uitgenodigd. Hij sprak over hoe fijn het voor de cliënten is emotionele ondersteuning te ervaren van familieleden die met de psychiaters samenwerken en erop toezien dat hun kinderen netjes en langdurig de voorgeschreven neuroleptica innemen. Want het zou bewezen zijn dat eigenmachtig stoppen tot een onmiddellijke terugval leidt. Hierop vroeg ik aan deze meneer hoe hij een 'terugval' kan onderscheiden van bijvoorbeeld een rebound-, supersensitiviteits- of tardieve psychose. Hij antwoordde dat de cliënten waarover hij gesproken had allen neuroleptica innamen en dat niemand gestopt was. Dit antwoord was voor mij aanleiding om van verdere discussie met hem af te zien. De vertegenwoordig(st)ers van de familieleden bleven echter met rode oortjes luisteren. Het was indrukwekkend om te zien hoe onbekommerd en elegant zij reageerden op het aanbod van Zeneca van logistieke (en vooral financiële) ondersteuning bij het versterken van hun organisaties en bij het uitoefenen van druk op overheden om nog meer geld te steken in genetisch onderzoek en biologische (d.w.z. op psychofarmaca en elektroshocks stoelende) psychiatrie. Dit was de voornaamste inzet van de bijeenkomst. Zeneca had rond 100.000 DM uitgegeven om een handjevol vertegenwoordig(st)ers uit de VS elkaar te laten vertellen hoe ze waren uitgegroeid tot een sterk verbond van ouders van gepsychiatriseerde kinderen. Ze waren openhartig over hun werkwijze: slechts één mening wordt getolereerd en door iedereen en op alle niveaus verkondigd. Hetzelfde raadden zij ook de anderen aan, maar ik had de indruk dat dit overbodig was. Ook bij de Europese familieorganisatie EUFAMI hebben ouders met een kritische houding ten opzichte van de psychiatrie niets te vertellen.

Tot slot vroegen de gedienstige Zeneca-vertegenwoordig(st)ers, hoe hun firma de aanwezige organisaties zou kunnen ondersteunen. Ik verzocht om 50.000 DM voor de financiering van het congres over 'Mensenrechten en Zelfhulp' dat de afgelopen twee jaar wegens geldgebrek niet had kunnen doorgaan. Daarvoor was helaas geen geld beschikbaar, meende de Zeneca-voorzitter, terwijl enkele ouders boos mijn kant op keken.

Ik had eigenlijk nog willen vragen hoe de ideologie van de aanwezige psychiatrievoorstanders met betrekking tot genetisch onderzoek in de psychiatrie zich onderscheidt van de erfelijkheidsideologie die tijdens het nationaal-socialisme geresulteerd had in psychiatrische massamoord. De blik van de oudervertegenwoordig(st)ers, die al bij mijn vraag om geld voor het mensenrechten- en zelfhulpcongres zo veelzeggend hadden gezwegen, deed mij mijn quattrologische vraag domweg vergeten. Maar misschien kan de heer Dörner, lid van het adviescollege van de Bundesverband der Angehörigen psychisch Kranker, dit bij gelegenheid aan de orde stellen.

Ik had tijdens de voorbereiding van de bijeenkomst aangeboden verslag te doen van de resultaten van een enquête naar kwaliteitsbeleid en -bewaking, die wij samen met het tijdschrift Sozialpsychiatrische Informationen hebben gehouden. Hiervoor bestond echter geen belangstelling. Uiteindelijk bleek dat wij als ex-cliënten op deze bijeenkomst storend werden gevonden. De Zeneca-vertegenwoordiger beloofde weliswaar een nieuwe uitnodiging voor de volgende bijeenkomst, maar kennelijk wilden de georganiseerde ouders hun onvolgzame kinderen zonder brutale praatjes in de psychiatrie en onder de psychofarmaca hebben: de voorzetting van de normale gezinsoorlog.


Vertaling: Michi Almer